PHOTOCREDITS: ADAM JANG
“Veel te lang mee doorgelopen!”, zegt de schoenmaker streng. Ik grijns en knik bevestigend. “Sorry, ik weet het”, zeg ik berouwvol. Stiekem heb ik ook een beetje lol. De passie voor het schoenmakersvak spat er namelijk vanaf. Daar kan ik echt van genieten. Hoeveel mensen zijn zo oprecht betrokken bij hun werk als mijn schoenmaker? Het gaat ‘m niet om die 20,– euro. Hij vindt het simpelweg onbegrijpelijk dat ik zo lang wacht om nieuwe zolen onder m’n schoenen te laten zetten. Zonde van het materiaal. Mijn schoenmaker is een ambachtslied, een échte vakman. Met een voorliefde voor het herstellen van schoenen.
Veel praktijkkennis
Een ambachtsman beschikt vooral over praktijkkennis. Inzicht en ervaring die hij heeft opgedaan door het veel te doen. Learning by doing. Onlangs stond in het AD een groot artikel Aan vmbo plakt het imago van ‘niet goed genoeg’. Vmbo-scholen die vakmensen zoals bouwvakkers en monteurs opleiden, zien hun leerlingaantallen drastisch teruglopen. Door de maatschappelijke druk om een zo’n hoog mogelijke opleiding te halen, kiezen scholieren liever voor de theoretische tak van het vmbo of de havo. Terwijl lang niet iedere jongere geschikt is om jarenlang in de schoolbanken te zitten.
Verdubbeling vacatures bouw
Ondanks de robotisering blijft er grote behoefte aan mensen die technisch onderlegd en handig zijn en graag met hun handen werken. Zeker komende jaren. Dat kwam een tijdje geleden ook nog in het NOS Journaal aan bod. Het aantal vacatures in de bouw is in twee jaar tijd meer dan verdubbeld. Dit jaar komen er 17.000 banen bij. Door de vergrijzing stromen veel oudere werknemers uit. Er is vooral veel vraag naar vakmensen zoals timmerlui, metselaars en installatiemonteurs. Maar ook andere ambachtslieden die met pensioen gaan, zoals restaurateurs, meubelmakers, zilversmeden en decorbouwers, lijken geen waardige opvolgers te hebben.
Beroepsgerichte opleiding ook nodig
Paul Rosenmöller, voorzitter VO-raad, zegt terecht: “Ik kan jaloers zijn op iemand die een auto kan repareren, want dat kan ik niet. We moeten afscheid nemen van begrippen als hoog- en laagopgeleid. Dat suggereert dat een cognitieve opleiding beter is dan een beroepsgerichte, terwijl beide mensen nodig zijn.” Mee eens. Ik heb geen verstand van een gebroken distributieriem, lekkende kraan of gecrashte computer. Een spijker sla ik altijd krom, een verfpot gooi ik gegarandeerd om en als ik een knoop aan een broek zet, zit ineens de voorkant aan de achterkant genaaid. Lang leve alle specialistische vakmannen- en vrouwen!