PHOTOCREDITS: CLEM ONOJEGHUO

Vanochtend om 07.15 uur. De wekker gaat. Ik pers sinaasappels, maak een cappuccino en pak een bak yoghurt met vers fruit en 2 plakken ontbijtkoek. Mijn werkdag is begonnen. Ik blader door het AD. Mijn oog valt op de kop ’63-jarige Hans haalt na ontslag zijn hbo-diploma’. Het schiet door m’n hoofd wat ik zou doen als ik eind 50 ben en op straat kom te staan. Zou ik de discipline kunnen opbrengen om weer een aantal jaren de schoolbanken in te gaan?

Nog maar een paar jaar te gaan
Geboeid lees ik het artikel. Wat een inspirerend verhaal. Zijn ontslag op z’n 58ste gaat Hans niet in de koude kleren zitten. Hij herpakt zich en stort zich vol overgave op de lerarenopleiding bouwkunde en bouwtechniek. Met een diploma als mooi eindresultaat. De reacties die hij hierop krijgt zijn wisselend. Van respect tot het niet begrijpen waarom hij voor die ‘paar jaar’ nog aan een studie begint. Vooral deze laatste reactie kom ik regelmatig tegen in mijn loopbaanpraktijk.

Ik ben te oud
Veel ouderen ervaren het als een worsteling: die laatste fase in hun loopbaan. “Waar zou ik komende jaren nog een goede bijdrage aan willen leveren?” “Wat wil ik nou écht doen tot aan mijn pensioen?” zijn vragen die opborrelen. Maar ook “Niemand zit meer op mij te wachten.” “Ik ben te oud.” “Ik zit mijn tijd wel uit”. En vooral dat laatste lijkt gemakkelijk en berustend. Waarbij het ook nog eens vaak gevoed wordt door de omgeving: “Maak je toch niet druk joh. Die paar jaar die je nog hebt te gaan!”

Vroeger was alles beter
De praktijk wijst uit dat een passieve houding een risico met zich meedraagt dat je buiten de boot valt. Je blijkt volgens het afspiegelingsprincipe de oudste te zijn tijdens een reorganisatie, waardoor je rol ‘exit’ is en je doelloos thuiszit. Je collega’s omzeilen je een beetje, omdat je toch altijd maar loopt te zaniken dat het ‘vroeger beter’ was. Of je haalt je schouders quasinonchalant op, terwijl er onderhuids een burn out op de loer ligt omdat alles je mateloos veel energie kost.

Je wordt ingehaald
Het is natuurlijk ook best pittig. Je werkt al een lange tijd en de zaag moet altijd maar scherp blijven. Bovendien staan de ontwikkelingen niet stil. De jongere generatie bestormt de arbeidsmarkt: ambitieus, hoogopgeleid en opgegroeid met technologie. Ze halen hun digitale kennis overal vandaan. Deze zogenaamde generatie Z vindt ook vaak nog eens dat oudere collega’s te veel overdenken en soms te lang blijven doen. Het lijkt erop dat deze jonge snelle gasten je aan alle kanten inhalen.

Een wijze en ervaren mentor
Uit onderzoek blijkt echter dat werknemers boven de 55 jaar juist economische meerwaarde bieden. Ze versterken een team door hun ervaring, kennis en netwerk. Ook fungeren zij als mentor voor jongere collega’s. Juist die rugzak vol levenswijsheid, expertise en werkervaring is een toegevoegde waarde voor organisaties. Je kunt met je senioriteit nog een wezenlijke bijdrage leveren aan de arbeidsmarkt. Waarbij je soms concessies moet doen zoals minder inkomsten of lagere functie.

Verrijking van je leven
Tegenover het inleveren van bepaalde privileges staat dat je zinvol bezig bent, ‘leuk werk’ doet. Zoals de 63-jarige Hans met zijn recente onderwijsbevoegdheid zegt: “De studie heeft me in allerlei opzichten verrijkt. In technisch opzicht, maar vooral ook in sociaal opzicht. Ik heb allerlei mensen leren kennen en een nieuw netwerk opgebouwd.” Ook het prachtige verhaal van de 93-jarige dame die nog aan het werk is laat me niet los. Zou ik in 2061 nog steeds aan het werk zijn? Ik teken er direct voor.